Kapitaalgoederen
Inleiding
Kapitaalgoederen zijn investeringen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut. Deze paragraaf gaat over het onderhoudsniveau en daarmee het kwaliteitsniveau van kapitaalinvesteringen en is onderverdeeld in de categorieën:
- Beheer en onderhoud van de publieke ruimte;
- Beheer en onderhoud riolering;
- Beheer en onderhoud accommodaties;
- Beheer en onderhoud voertuigen.
Beheer en onderhoud van de publieke ruimte
Onderhoud van kapitaalgoederen in de publieke ruimte gaat over wegverhardingen, openbare verlichting, bomen, civieltechnische kunstwerken zoals bijvoorbeeld viaducten, en waterwegen. In de beleidsplannen van de gemeente (onder de paraplu van Visie op de openbare ruimte 2009 en het Buitenruimteplan 1998) staat hoe doeltreffend beheer van voorzieningen in de openbare ruimte eruit moet zien. De exploitatiebegroting is voor dagelijks onderhoud en beheer.
De kapitaalgoederen openbare ruimte nader toegelicht
Voor groot onderhoud van wegverhardingen, openbare verlichting en bomen waren tot 2014 onvoldoende middelen beschikbaar wat heeft geleid tot achterstallig onderhoud. Dit achterstallig onderhoud betekent een verhoogd risico op verkeersongevallen (bijvoorbeeld bij motorrijders). Op voet- en fietspaden gaan voegen open staan en tegels los liggen en drukken boomwortels de verharding op waardoor deze paden niet meer veilig en comfortabel zijn, zeker niet voor kwetsbare burgers en mensen met een beperking. De grote achterstand in onderhoud kan vooral bij asfalt het risico op kapitaalvernietiging verhogen.
Er is inmiddels een plan opgesteld en is een voorziening gevormd van € 20 miljoen om in de periode van 2014-2022 dit achterstallig onderhoud weg te werken.
Daarnaast worden voor het regulier groot onderhoud door middel van onderhoudsvoorzieningen de jaarlijkse middelen gereserveerd. Belangrijk voordeel van deze nieuwe werkwijze is dat het planmatig onderhoud voor een periode van tien jaar wordt voorzien en er een evenwichtig beeld ontstaat tussen de beschikbare middelen en het gewenste onderhoudsniveau dat de gemeenteraad in oktober 2014 door middel van het Beleidskader Kapitaalgoederen Openbare Ruimte heeft vastgesteld.
Wegverhardingen
Breda heeft 1.100 km wegen, waarvan 250 km fietspaden. Vanaf 2015 worden deze op een zogenaamd Bmin-niveau beheerd en onderhouden. Dit niveau houdt in dat de kwaliteit zodanig is dat er geen onaanvaardbare risico`s zijn voor de weggebruiker, waarvoor de wegbeheerder aansprakelijk gesteld kan worden.
De functionaliteit draagt bij aan optimaal, obstakelvrij en comfortabel gebruik. Bredanaars (en in het bijzonder kwetsbare Bredanaars) kunnen hun woning, winkels en andere voorzieningen zonder hinder bereiken. Klanten, werknemers en ondernemers kunnen winkels en bedrijven snel en comfortabel bereiken en recreanten en bezoekers moeten zonder hinder hun bestemming kunnen bereiken. Wegverharding en vooral het asfalt wordt tijdig onderhouden waardoor duur achterstallig onderhoud door niet of te laat uitvoeren van onderhoud zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Openbare verlichting
Een belangrijk deel van de 38.000 lantaarnpalen en armaturen is aan het eind van de levensduur. Naast het wegwerken van het achterstallig onderhoud wordt door middel van het regulier onderhoud gewerkt aan sociaal veilig, verkeersveilig en goed werkende openbare verlichting.
Bomen
Veel van de 90.000 bomen zijn oud. Er komt een grote golf vervanging aan. Omdat er onvoldoende geld was, zijn om veiligheidsredenen bomen gekapt en niet altijd op de gewenste manier terug geplant (bijvoorbeeld terugplant van te kleine bomen in een boomstructuur). Boomstructuren kalven hierdoor af en verliezen hun waarde en werking. Dit kan kapitaalvernietiging betekenen, omdat bomen en boomstructuren een grote maatschappelijke waarde hebben. Een ander probleem is wortelopdruk op plaatsen waar bomen te krappe groeiplaatsen hebben. Ook deze achterstand wordt de komende jaren weggewerkt. Het regulier onderhoudsplan (B-minniveau) gaat er van uit dat de bomen zo worden onderhouden dat ze hun aantrekkelijkheid als decor, landschappelijke en ecologische waarde en (verkeers)geleiding optimaal waarmaken. Waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren worden op tijd en doorlopend beheerd en onderhouden wat afkalving bij boomstructuren voorkomt .
Civieltechnische kunstwerken
Civieltechnische kunstwerken, waaronder 250 bruggen en viaducten, worden op ‘C-niveau beheerd en onderhouden. Dit betekent dat bruggen, viaducten et cetera zonder risico gebruikt kunnen worden en dat de kwaliteit bijdraagt aan optimaal (snel en comfortabel) gebruik.
Voor groot onderhoud en toekomstige vervangingen is in 2016 een beheersplan opgesteld. Daarin is een beeld geschetst van de noodzakelijk investeringsmiddelen.
Waterwegen
De 230 km waterwegen in Breda worden op C-niveau beheerd en onderhouden. Dit betekent dat de waterwegen veilig zijn voor de watersporter en dat het water voldoende kan stromen en voldoende diep is om te varen.
Technisch gezien is er sprake van een grote achterstand bij het op peil houden van de kwaliteit van kantbeschoeiingen en baggeren. Aan kantbeschoeiingen wordt geen preventief onderhoud uitgevoerd met een risico op afkalving van aangrenzende tuinen. Ernstige knelpunten of calamiteiten worden per geval (reactief) opgelost.
In het beheerplan (uit 2016) staat een planmatige beheer- en onderhoudsaanpak, in samenhang met de relatie en beheer van het waterschap. Dit is inclusief vervanging van kantbeschoeiing en baggeren, gericht op voorkomen van kapitaalvernietiging.
Beheer en onderhoud riolering
Beheer en onderhoud van de riolering worden sinds 2014 bepaald aan de hand van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2014-2018. Dit plan volgt de beleidslijn van het vorige. Er is aandacht voor afvalwaterzorgplicht (duurzame instandhouding riolering), hemelwater- en grondwaterzorgplicht. Afvalwater gaat naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. De gemeente, verantwoordelijk voor transport binnen gemeentegrenzen, onderhoudt het rioolstelsel en de gemalen. De zorgplicht hemelwater bestaat uit verschillende methodes om er voor te zorgen dat het regenwater minimale overlast veroorzaakt. Bij de zorgplicht grondwater is de rol van de gemeente om bij overlast de burger naar de juiste instantie te verwijzen (gemeente, waterschap, provincie of particulier). Bij overlast op gemeentegrond lost de gemeente dit zelf op. Vanuit het vGRP zijn er projecten voor de verschillende zorgplichten. Bijvoorbeeld aanleggen van een gescheiden rioolstelsel in bepaalde wijken, vervangen van riolering die niet meer aan de kwaliteitseisen voldoet en onderhouden van gemalen en drukriolering.
Beheer en onderhoud accommodaties
Voor het uitvoeren van planmatig onderhoud aan de gemeentelijke accommodaties wordt gebruik gemaakt van het Planon onderhoudssysteem. Met behulp van dit systeem wordt naast het opstellen van de planning van het onderhoud, met de hieraan verbonden kosten, naast het opstellen van de planning van het onderhoud, met de hieraan verbonden kosten, ook de dotatie aan voorzieningen bepaald. Het onderhoudsniveau is sober en doelmatig.
Beheer en onderhoud voertuigen
De onderhoudstoestand van het wagenpark is goed. Aan de hand van de technische staat van de voertuigen sluiten we jaarlijks een onderhoudscontract af voor normaal onderhoud, banden et cetera. Waar nodig is er ruimte voor revisies en/of modificaties. Bij vervanging wordt zoveel mogelijk milieuvriendelijke technieken gebruikt. Er is een vervangingsplan voor de komende jaren, waarin voor groot materieel de economische levensduur is opgerekt van 8 naar 10 jaar.