Lokale lastendruk

Algemeen

Deze paragraaf gaat over het beleid en de tarieven van de lokale lastendruk: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Ook geeft dit hoofdstuk inzicht in de gemeentelijke tarieven die geen deel uitmaken van deze lokale lastendruk.

Beleid lokale lasten

In het Bestuursakkoord Breda 2015-2018 'Focus op Vooruitgang', onderdeel Lastendruk en financiën staan de volgende uitgangspunten:

  1. De riool- en afvalstoffenheffing zijn 100% kostendekkend.
  2. De lastendruk ontwikkelt tot en met 2018 gelijkmatig en voorspelbaar:
  • de OZB voor woningbezitters daalt jaarlijks met 1%
  • de OZB voor niet-woningen stijgt jaarlijks met 1,25%
  • de rioolheffing stijgt jaarlijks met 5%
  • de afvalstoffenheffing daalt jaarlijks met 2,5%.

Uitgangspunt voor kostendekkende heffingen zoals leges, marktgelden en naheffingsaanslagen parkeerbelastingen, blijft het inflatiecijfer volgens door het rijk vastgestelde limieten en rijksleges.
Het inflatiecijfer geldt ook voor de overige niet-kostendekkende heffingen: precario- en hondenbelasting.

Ontwikkeling lastendruk

2016

2017

Tarieven OZB *

Eigenaar woning

0,1028

%

0,1018

%

Eigenaar niet-woning

0,1981

%

0,2006

%

Gebruik niet-woning

0,1584

%

0,1604

%

Rioolheffing

Waterverbruik 1- 500 m3

€ 192,84

€ 202,48

Waterverbruik 501- 1.001 m3

€ 404,76

€ 425,00

Waterverbruik 1.001- 10.000 m3

€ 0,40

per m3

€ 0,40

per m3

Waterverbruik > 10.000 m3

€ 0,40

per m3

€ 0,40

per m3

Afvalstoffenheffing

Eenpersoonshuishoudens

€ 213,84

€ 208,49

Meerpersoonshuishoudens

€ 315,56

€ 307,67

* 2017 voor correctie vanwege waardeontwikkeling

Ontwikkeling lokale lastendruk

Meerpersoonshuishouden

(waarde woning € 240.000)

2017

2018

2019

2020

Koop

Huur

Koop

Huur

Koop

Huur

Koop

Huur

.. OZB

€ 244,32

n.v.t.

€ 241,88

n.v.t.

€ 244,90

n.v.t.

€ 247,96

n.v.t.

.. Rioolheffing

€ 202,48

€ 202,48

€ 212,60

€ 212,60

€ 223,23

€ 223,23

€ 234,40

€ 234,40

.. Afvalstoffenheffing

€ 307,67

€ 307,67

€ 299,98

€ 299,98

€ 292,48

€ 292,48

€ 285,17

€ 285,17

Totale lasten

€ 754,47

€ 510,15

€ 754,46

€ 512,58

€ 760,61

€ 515,71

€ 767,52

€ 519,56

% stijging ten opzichte van vorig jaar

-0,09%

0,34%

-0,00%

0,48%

0,82%

0,61%

0,91%

0,75%

Eenpersoonshuishouden

(waarde woning € 200.000)

.. OZB

€ 203,60

n.v.t.

€ 201,56

n.v.t.

€ 204,08

n.v.t.

€ 206,63

n.v.t.

.. Rioolheffing

€ 202,48

€ 202,48

€ 212,60

€ 212,60

€ 223,23

€ 223,23

€ 234,40

€ 234,40

.. Afvalstoffenheffing

€ 208,49

€ 208,49

€ 203,28

€ 203,28

€ 198,20

€ 198,20

€ 193,24

€ 193,24

Totale lasten

€ 614,57

€ 410,97

€ 617,45

€ 415,88

€ 625,51

€ 421,43

€ 634,27

€ 427,64

% stijging ten opzichte van vorig jaar

0,37%

1,05%

0,47%

1,20%

1,31%

1,33%

1,40%

1,47%

Ondernemingen *

(WOZ-waarde € 1.000.000)

.. OZB

€ 3.610,00

€ 1.604,00

€ 3.655,13

€ 1.624,05

€ 3.700,81

€ 1.644,35

€ 3.747,07

€ 1.664,91

Totale lasten

€ 3.610,00

€ 1.604,00

€ 3.655,13

€ 1.624,05

€ 3.700,81

€ 1.644,35

€ 3.747,07

€ 1.664,91

% stijging ten opzichte van vorig jaar

1,26%

1,26%

1,25%

1,25%

1,25%

1,25%

1,25%

1,25%

* In bovenstaande tabel is voor ondernemingen alleen de OZB opgenomen. De lasten voor rioolheffing zijn afhankelijk van de verbruikte hoeveelheid water en is sterk afhankelijk van het soort onderneming. De lasten voor de afvalstoffenheffing vallen hier buiten omdat ondernemers vrij zijn om hun afval door de gemeente of door derden te laten afvoeren

Kwijtschelding

Onderbouwing fiscale tarieven

De vernieuwing van het Besluit Begroting en Verantwoording houdt onder andere in dat de kosten van overhead niet meer direct aan de diverse programma's (producten) wordt toegerekend. Omdat bij diverse (fiscale) tarieven deze kosten van overhead wel deel uitmaken van de in rekening te brengen kosten moet in deze paragraaf worden aangegeven op welke wijze de tarieven zijn opgebouwd.

Het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten (BBV) wijzigt per 1 januari 2017. Daarmee is het noodzakelijk geworden om een splitsing aan te brengen tussen primair toe te rekenen kosten en kosten van overhead. Ook een gewijzigde presentatie van de kosten is inherent aan de wijziging. Binnen de Begroting 2017 is deze wijziging doorgevoerd. In de praktijk is er daarmee met ingang van de Begroting 2017 geen sprake meer van integrale uurtarieven, maar van ‘kale uurtarieven’ waarin de direct toe te rekenen loonkosten zijn opgenomen. Evenals voorgaande jaren is sprake van zes tariefgroepen, waarmee tarieven samenhangen van € 33,80 (schalen 1 t/m 4), € 36,32 (schalen 5 en 6), € 40,64 (schalen 7 en 8), € 55,72 (schalen 9 en 10), € 69,64 (schalen 11 en 12), € 78,40 (schalen 13 en hoger).
De wet staat een toerekening van kosten van overhead op onderdelen nog toe , maar maakt daarin wel onderscheid in een ‘intracomptabele’ en een ‘extracomptabele’ verwerking. Voor de onderdelen waarvoor dit geldt kan via de toerekening van een ‘overheadopslag’ sprake blijven van een integrale kostentoerekening.
Vanuit het perspectief van eenduidigheid wordt in die gevallen een overheadopslag gehanteerd van 60,67%. Dit betekent dat voor de onderdelen waaraan overhead mag worden toegerekend (waaronder de verschillende heffingen en tarieven) hier rekening mee wordt gehouden.

In de 'Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Breda' staat wie onder welke voorwaarden in aanmerking komt voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De Bredase normen voor kwijtschelding voldoen aan de maximaal toegestane normering en betreft

  • Onroerende zaakbelasting
  • Afvalstoffenheffing
  • Rioolheffing, eerste tariefschijf
  • Hondenbelasting, eerste hond

Kostendekkendheid tarieven

(bedragen x € 1.000)

Lokale lasten

Lokale lasten

Publieks zaken

Publieks zaken

Publieks zaken

Publiekszaken

Afvalstoffen

Riolering

Week markten

Begraaf plaatsen

Havens

Publieks service

A) Direct aan onderdeel toe te rekenen lasten en baten

Lasten

17.215

14.045

161

158

15

3.516

Inkomsten (exclusief heffingen/leges)

3.681

30

0

0

0

610

Netto kosten van het onderdeel

13.534

14.015

161

158

15

2.906

B) Toe te rekenen kosten aan het onderdeel

Overhead (inclusief rente overhead)

3.116

930

76

12

16

2.304

BTW

2.848

1.218

0

0

0

Totale kosten van het onderdeel

19.498

16.163

237

170

31

5.210

C) Heffingen

Opbrengst heffingen/leges

19.498

16.163

201

90

50

2.196

Kostendekkendheid

100,0%

100,0%

84,8%

52,9%

161,3%

42,1%

(bedragen x € 1.000)

Vergunning-en (titel 1)

Omgevings-vergunning (titel 2

Horeca (titel 3.1)

Evenementen (titel 3.2)

Prostitutie bedrijven (titel 3.3)

Splitsings vergoeding (titel 3.4)

Exploitatie vergunning (titel 3.5)

Overige vergunningen (titel 3.7)

Totaal

A) Direct aan onderdeel toe te rekenen lasten en baten

Lasten

308

2.559

93

243

7

3

18

64

3.270

Inkomsten (exclusief heffingen/leges)

0

25

0

0

0

0

0

0

0

Netto kosten van het onderdeel

308

2.534

93

243

7

3

18

64

3.270

B) Toe te rekenen kosten aan het onderdeel

Overhead (inclusief rente overhead)

70

1.490

73

160

5

2

14

55

4.139

BTW

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Totale kosten van het onderdeel

378

4.024

166

403

12

5

32

119

5.139

C) Heffingen

Opbrengst heffingen/leges

218

3.883

83

142

3

10

6

8

4.353

Kostendekkendheid legesproducten

57,7%

96,5%

50,0%

35,2%

25,0%

200,0%

18,8%

6,7%

84,7%

Overige tarieven

Parkeertarieven
Het parkeertarief van het straatparkeren zal worden verhoogd met  € 0,10 voor het hoog en laag tarief, naar respectievelijk € 2,20 en € 1,40 per uur. de parkeertarieven voor de abonnementen zullen verhoogd worden met een percentage van 2,5%. Daarnaast wordt het tarief van de abonnementen fietsenstalling van de binnenstadbewoners fiets en brommer verhoogd naar respectievelijk € 42 ( was € 40) en € 60 ( was € 55).

Overige leges en precariobelasting
De overige leges en tarieven gaan omhoog met 0% tot maximaal 0,7%. Voor terrassen en werkterreinen gelden hogere tarieven, om  (gefaseerd) kostendekkend te zijn. Een en ander zal worden geeffectueerd in de belastingverordening 2017.

Tarieven Sport 2017
Op basis van de op 13 juli 2016 door de gemeenteraad vastgestelde Nota sportaccommodaties en Financiën treedt er een nieuwe huursystematiek in werking.
Voor de binnensportaccommodaties gelden de nieuwe huurtarieven vanaf 1 september 2016. Dit houdt in dat met ingang 2017 de tarieven zullen stijgen met 0,7%. Daarbij geldt in principe als uitgangspunt huur per uur.
Voor de buitensportaccommodaties gaat de nieuwe huursystematiek in met ingang van 1 januari 2017. Voor de hoofdgebruikers van een accommodatie geldt dat zij per accommodatiesoort voor een vast bedrag per jaar gaan huren gedurende de voor hen vastgestelde bloktijden. Omdat in plaats van een uurtarief aan de hoofdgebruikers een vast jaarbedrag wordt verrekend wordt het in de nota genoemde jaarbedrag eerst geïndexeerd met 0,8%  ( prijsindex van 2016 ) en vervolgens zal het tarief voor 2017 stijgen met 0,7%.
Voor de incidentele huurders, buiten de bloktijden van de hoofdgebruikers, wordt een uurtarief in rekening gebracht en geldt voor 2017 een tariefstijging van 0,7%.
Vanwege het feit dat er een overgangsregeling van twee jaar van kracht is en de invoering van de data van inwerkingtreding van de nieuwe huursystematiek voor de binnensport en buitensport geen gelijke tred houden zal dit voor de jaren 2016, 2017 en 2018 een tekort aan huurinkomsten met zich meebrengen, hoewel de Nota Sportaccommodaties en Financiën uitgaat van een budgettair neutrale operatie.
In het najaar van 2016 worden de financiële consequenties van de invoering van de Nota Sportaccommodaties en Financiën nader in beeld gebracht.